Geschiedenis korenmolen De Otter
1633 In dit jaar wordt een Claes Gerrtisz. Een windbrief gegund om een kleine poldermolen bij Oterleek om te bouwen naar korenmolen. Deze molen zou aan het noordelijk eind van Oterleek hebben gestaan.
1646 Op 30 maart 1646 wordt een windbrief gegeven aan Jan Wyerse uit Ursem (ook wel Jan Weijerts van Urssen geschreven) voor de bouw van een meelmolen. Dit betreft waarschijnlijk een molen tussen Ursem en Rustenburg en niet De Otter in Oterleek. In 1635 valt de Schermer droog, op een kaart uit 1680 staat op deze plaats een molen getekend. Conclusie is dat De Otter tussen 1635 en 1680 gebouwd is.
1755 Veilingbrief waarin de molen en bijbehorend erf en woning te koop wordt aangeboden. De plaatsaanduiding laat niets aan twijfel over: een Neringryke en welbeklante Koorn-Wint-Moolen (…) genaamd De Otter, staande en gelegen aan het Zuyd-eynde van Oterleek, belend met de Oude Huygendyk ten Zuyden en de Heere Huygen-Waarts Ringsloot ten Noorden.
1831 Op een kaart uit 1831 staat aangegeven dat op deze plek een achtkante met riet gedekte korenmolen staat met een vlucht van 82 voet (ca. 23,4m) en twee koppels maalstenen.
1843 De burgemeester van Oterleek, Jan Pietersz. Kalis, wordt eigenaar van de molen.
1899 Een brand op 2 december 1899 legt De Otter geheel in de as.
1900 Verkoop van de molen door Pieter Kalis (zoon van Jan Pietersz. Kalis) op 21 september aan Jan Levendig voor zijn zoon Pieter Levendig met de verplichting om de molen te herbouwen. In 1900 wordt De Otter met onderdelen van diverse andere molens herbouwd. Het achtkant is afkomstig van een bewoonde poldermolen ergens uit de regio. De bovenas is heeft de brand overleeft en wordt teruggeplaatst.
1919 Verkoop van de molen door Pieter Levendig aan Berend Gardenbroek.
1921 Er wordt een elektromotor geplaatst om ook op windstille dagen te kunnen malen.
1935 De houten buitenroede wordt vervangen door een ijzeren Pot-roede nr. 1258. Deze is nog steeds (anno 2025) aanwezig.
1960 Restauratie van de molen, koningsspil, spoorwiel en steenschijven worden vervangen. Het houten rollenkruiwerk wordt vervangen door een engels kruiwerk met ijzeren rollen. Al deze onderdelen zijn mogelijk afkomstig van molen De Weltevreden in Etten-Leur (Br.). De houten binnenroede wordt vervangen door een ijzeren Potroede nr. 1708, bouwjaar 1894, gemaakt voor dhr. C. Coppens in Chaam (Br.), waarschijnlijk voor molen De Goede Verwachting. Later is de roede naar De Weltevreden in Etten-Leur gegaan en in 1960 door molenmaker Coppes in De Otter geplaatst. Hierbij is het Oud-Hollands gevlucht gewijzigd naar fokwieken (systeem Fauël) met regelkleppen.
1961 De molen wordt verkocht aan Cornelis Heilker.
1963 Beëindiging van de molen als windmaalwerktuig. Gemeente Oterleek wordt eigenaar.
1973 Korenmolen De Otter wordt ingeschreven in het rijksmonumentenregister.
1974 Stichting De Schermer Molens wordt eigenaar van de molen.
1987 In 1987 worden beide ijzeren roeden gestreken voor herstel.
1988 Restauratie van de kap en nieuw rietdek op de romp. De herstelde roeden worden op 19 november 1988 weer gestoken, hierbij zijn de fokwieken met remkleppen terug gewijzigd naar Oud-Hollands.
1989 Restauratie gereed, molen weer draaivaardig.
1992 Maalbedrijf De Otter van Piet Koger tot in 2005.
2006 Maalbedrijf Peter Volmer tot in 2007.
2008 Bouw van de nieuwe schuur met bakkerij en winkel; samenwerking tussen Stichting De Schermer Molens en de Raphaëlstichting.
2014 Stichting De Schermer Molens en Stichting Museummolen fuseren en gaan verder als de Schermer Molens Stichting op 1 januari 2014.
2016 Opnieuw worden de roeden gestreken voor herstel. De binnenroede gaat al 122 jaar mee, de buitenroede is dan al 135 jaar oud! Firma Vaags uit Aalten restaureert beide roeden.
2017 Steken van de herstelde roeden, feestelijke ingebruikname door Commissaris der Koning dhr. Johan Remkes op 12 mei 2017.
2020 Maalbedrijf De Meelmolen van Anton Pegels tot in 2022.
2023 Nieuwe molenaars op de molen in samenwerking tussen de Schermer Molens Stichting en Fermento. Professioneel wordt er niet meer gemalen, alleen nog op vrijwillige basis.